© 2007 Ginderbroek

1969
2019
Wijkwerking Ginderbroek
Foto’s
contact
In de jaren 1845-1848 mislukten de graanoogsten door de late vorst en heerste er    de beruchte appelziekte. Het ‘menneke aan de patatten’ belette dat het loof opschoot.
In Ginderbroek waren er percelen waarvan de opbrengst in één klomp kon worden bijeengebracht. Deze toestand was heel erg voor de dagloners die de opbrengst van hun aardappelperceel nodig hadden om te overleven,
Gelukkig kon men vanaf 1845 werk vinden aan de nieuwe aanleg van de weg Mol-Geel en aan het graven van het Kempense kanaal. Vooral voor de gewone man uit de dichtbevolkte arbeiderswijken Ginderbroek en Rozenberg-Ginderbuiten bracht dit soms een oplossing. De wevers en spinners werden grondwerkers en metselaars. Later zochten onze mensen werk over heel het land, vooral in het Luikse, waar de hoge lonen lokten. Hele ploegen Mollenaars werkten op de zogenaamde ‘travaux’ of in de steenkoolmijnen waar zij als harde werkers een goede reputatie hadden.                                   
(Van Pestkapel tot Gasthuis, Molse Kamer van Heemkunde)