De Molse Kamer van Heemkunde heeft in haar archief een kadastrale atlas van 1811, waarop de percelen en de woningen zijn getekend.
Met de huidige grenzen zou Ginderbroek toen 73 woningen tellen: Hoogstraat 12, Ginderbroek 32, Polderstraat 7 en Nieuwstraat 22.
Met een gemiddelde van 6 à 7 inwoners per woning, mogen we toch stellen dat Ginderbroek in 1811 bijna een 500-tal inwoners had.





















Ginderbroek strekte zich vroeger uit, volgens de schattingsboeken van het Oude Regime, tot aan het stenen kruisbeeld aan het Heilig Straatje (nu Elzenstraat).
Maar toen de nieuwe Franse ambtenaren in 1811 de kadastrale sectoren opstelden, viel hun keuze als grenslijn op de Oude Molenstraat en Borgerhoutsendijk. Zo werd de Kleppenberg, het Kleppendal en een deel van het Mols Veld overgeheveld naar Ezaart.
De verlegging van de traditionele grenzen ten nadele van Ginderbroek was een inbreuk op het voormalige gewoonterecht van de Molse (met Ginderbroek) heergang. Het protest van de inwoners van Ginderbroek tegen de onrechtvaardige ingreep had bij het nieuwe Franse bestuur geen effect.
De mensen van Kleppenberg en Kleppendal hebben nog lang met de activiteiten in Ginderbroek meegedaan.

Dit kruis stond vroeger aan het Heilig Straatje (nu Elzenstraat). Het duidde de grens aan tussen Ezaart en Ginderbroek.