© 2007 Ginderbroek

1969
2019
Wijkwerking Ginderbroek
Foto’s
contact

In Mol-Centrum had men de Scheppelijke en de Mol-Nete. De watermolen bevond zich op de Scheppelijke omdat die het dichtst bij het Centrum lag. Maar de molen kreeg in de zomer te weinig water om te malen.
In de vijftiende eeuw herlegde de gemeente de Mol-Nete in een andere bedding, zodat ze nog vóór de watermolen in de Scheppelijk Nete kwam en de molen alzo meer water kreeg.
Wat overbleef van de Mol-Nete werd de Oude Nete genoemd. en de andere Nete werd de Nieuwe Nete genoemd, of de Mol-Nete.









De Oude Nete werd een bijna stilstaand riviertje. Het water had tijd zat en gleed traag door de waterbegroeiing.
Jan Mols van de visserswinkel op ‘den Berg’ (Hoogstraat) stond met knielaarzen aan in de Nete en met een schepnet haalde hij ‘ver-de-vase’ uit de modderige bodem. Die roodachtige wormpjes verkocht Jan als voer in zijn viswinkeltje.

Er zat vroeger, voordat de fabrieken van Gompel en Wezel er waren, veel vis op de Nete.
“Toen mijn vader nog klein was, moest hij mee koren gaan binden en opzetten. Als de zon wat hoog kwam en het rond half elf stikheet begon te worden, zei zijn vader: “Ge moogt naar huis als ge zorgt dat om 12 uur een pan vis op tafel staat.”
Mijn vader nam dat serieus op. Hij nam zijn klompen, rende blootsvoets het veld uit naar huis. Daar pakte hij een mand en liep het broek in. Hij trok met zijn mand door een ‘zoeg’ (sloot) van de Nete en hij had vis, genoeg want om 12 uur stond er een pan gebakken vis op tafel.
Ja, in de Nete en zijn beekjes en in de moerkuilen zat vroeger veel vis, zoals bliek, baars, snoek en paling. Op zondag zag je heel wat vissers aan de oever van de Nete zitten.
Schoolgasten konden bij Jan Mols op ‘den Berg’ een eenvoudige vislijn voor een prijsje kopen. Ze visten zonder vispatent en keken voortdurend om zich heen of de champetter niet op ronde was.
In de moerkuilen werd vooral een net, een ‘vlauw’, of een schepzak gebruikt.

Bij de aanleg van de ligweide in 1973 werd de Oude Nete achter het zwembad rechtgetrokken. In 1984 voerde men grootse werken uit aan de Nieuwe Nete. Men verhoogde en versterkte de dijken met staaldraad en keien.
Het overtollige water van de Nete wordt sinds 1985 afgevoerd langs verbindings-gracht het ‘Loffensvaartje’ achter het gemeentehuis ’t Getouw.

Nu is de Netevallei de groene long van Ginderbroek. Gelukkig is ze door de moerassigheid van het gebied ontsnapt aan de verkavelingen. Het is nu een echt natuurgebied, weliswaar doorsneden met drukke verkeersaders als de Zuiderring, de Borgerhoutsendijk en de Kleine Dijk.
Als je langs het Heipaadje wandelt of fietst, waan je in een oerouds en verwilderd gebied met een opvliegende blauwe reiger, een mooi concert van een specht, wegflitsende reeën.
Jammer dat de gemeente de wandelweg en de fietsroute langs de Nete nog niet heeft doorgetrokken tot in Ezaart.