© 2007 Ginderbroek

1969
2019
Wijkwerking Ginderbroek
Foto’s
contact

Donderdag, onze enige vrije schoolnamiddag,
en ook op zaterdagavond gingen we in de
zomer zwemmen in de kolken van de Nete.
Elke kolk had de naam van de eigenaar van
de beemd die eraan lag. Die van Ginderbroek
waren de Kolk van Fa Riekes of Regine
Schele, de Nonnenkolk, de Kolk van Botermelk,
de Muizekeskolk.  De kolken waren echte
badplaatsen. Wie geen tien jaar was, moest
nog geen zwembroek dragen, maar pas als men
zijn communie had gedaan. De grotere
jongens hadden geen geld om een zwembroek
te kopen en droegen daarom maar een
versleten korte broek die met een koord rond
hun middel werd gebonden. Of ze knoopten een
grote zakdoek rond hun lende. Ik heb ooit
iemand zien zwemmen met een ‘kwaaie' ‘gelee’
als zwembroek.
Natuurlijk hadden de eigenaars van de
aanpalende beemden niet graag dat men er
kwam stoeien, vooral niet in de hooitijd.
“Zeg garde, ga nog maar eens kijken!” werd door de verontruste boeren gevraagd.
De Lange of Lange Schoot (veldwachter Vanderschoot uit Ginderbroek) was een struise man en in zijn tenue met die grote blinkende gele knopen riep hij ontzag en schrik bij ons op.
Als hij dan kwam kijken, begon hij al van op afstand te hoesten. Wij dachten dan niet of we hier al of niet mochten zwemmen, maar of we al of niet een zwembroek moesten aanhebben.
“Champetter, ik moet nog geen zwembroek aanhebben!”
“Ik ook niet, want ik ben nog geen tien jaar!”
“Ik heb mijn communie nog niet gedaan!”
Nu was er toch nog een oudere jongen zonder zwembroek bij ons. Bij het zien van de Lange was hij in een sloot gesprongen om zich te verbergen.
“Kom er maar uit!” riep de Lange. De jongen kwam schoorvoetend uit zijn schuilplaats. We begonnen allemaal te lachen want hij had van het ‘get’ in de sloot precies een lange broek aan.
Ja, menige keer kwam de eigenaar met zwaaiende armen of een stoers kijkende champetter de kinderen wegjagen die het gras of het hooi plat liepen.
Als de professors van het patronaat hun ronde deden, bleven ze wel eens op de brug van Borgerhoutsendijk staan en speurden de Nete af naar overtreders van het avonduur. De jongens van het college muisden er dan meteen het gras of struiken in, met of zonder kleren.
We hebben ook dikwijls een vlot gemaakt. In het bos van boswachter Van Ballaer gingen we droge, dikke takken kappen, bij Charel Mans die petroleum verkocht vroegen we bussen met stoppen, bij wie ‘boekzerk’ verkocht smeekten we om plankjes van de kistjes, kromme verroeste spijkers sloegen we recht. En als alles vastgemaakt was, sleurden we het vlot de Nete op en dan met zijn allen erop!

















1986 - Ook de scouts van Mol-Centrum wagen zich aan een touwbrug en een vlot.

Als het warm weer was, kwamen de moeders met een grote kuip op de kruiwagen naar de Nete gereden. Ze schepten de ‘basseng’ vol en de kleinsten die nog niet konden zwemmen, kregen een flinke schrobbeurt. De moeders hadden zelfs vers ondergoed bij zich.
De huisvrouwen van Ginderbroek en Ezaart gingen ook wel eens met de kruiwagen een kuip water halen om thuis de was te doen of ze kwamen met de was naar de Nete gereden om te spoelen.”              
 (Joske, ’t Fakteurke, alias Jos Vanarwegen)




                                   




















            Foto van een wasvrouw aan de Nete …

De Oude Nete anno 1963, A. Peten