In 1765 sloeg de bliksem in op de kerktoren. Niemand wist hoe die afgebrande torenspits eruit heeft gezien, tot … de archivaris van de Kamer van Heemkunde in het rijksmuseum van Amsterdam een pentekening ontdekte van het jaar 1673.
De Noordnederlandse legers van Willem III trokken door onze streken. Constantijn Huygens was toen hun secretaris tijdens die veldtochten. In elk dorp waar het leger zijn bivak opsloeg, schetste Constantijn Huygens enkele dorpsgezichten. Hij hield ook een dagboek bij.
In de voormiddag van 17 oktober 1673 wandelde Constantijn Huygens, vergezeld van zijn klerk en een notabel van Mol, door de Nieuwstraat. Aan het Pleintje van Ginderbroek sloeg hij links af, de beemden in. Hij nam het straatje, waar nu het papierhok staat, en stapte verder tot aan de samenvloeiing van de Mol- en de Oude Nete.
Hij bekeek de Neten en bewonderde de kerktoren van Mol, half verscholen tussen de elzenstruiken en wilgenbomen. Met een goedkeurende blik naar zijn klerk, liet hij een doek van 120 bij 150 cm op de schildersezel spannen. Hij nam zijn pen, dopte die in de inktpot en begon de samenvloeiing van de Neten met op de achtergrond de toren te tekenen. Vervolgens vulde hij met een penseel in verdunde inkt gedopt, de schets op om er zo meer reliëf in te brengen. Als zijn tekening af en droog was, borg de klerk het materiaal en doek op en Constantijn stapte weer door Ginderbroek naar zijn legerhut.
Die schets is de enige gekende weergave van de torenspits van vóór de brand van 1765.