© 2007 Ginderbroek

1969
2019
Wijkwerking Ginderbroek
Foto’s
contact

De technologie en de elektrische apparaten gaven de huisvrouw de kans om haar leven zo vrij en comfortabel mogelijk te leiden en dus meer tijd voor vrije tijd, ontspanning en onthaasten.

De ‘basseng’
Iedereen heeft nu thuis een badkamer met lavabo, een ligbad en een douche. Maar dat is ooit anders geweest.
Alleen bij de gegoede burgerij en in de hotels stonden vroeger een waskom, een lampetkan, een kammenbakje en een zeepdoos op de slaapkamer. Het water werd in een emmer naar boven gebracht, meestal door de dienstmeid.
Tot de jaren ’50 hadden de meeste huisgezinnen geen waterleiding en centrale verwarming.
Op zaterdag zetten de moeders dan een waterketel op de Leuvense stoof om het water te verwarmen. Ze goot het kookwater in een ‘basseng’, die vlak bij de kachel stond of in de achterkeuken. En dan begon ze de kinderen te wassen en te schrobben, de een na de andere en in hetzelfde badwater. De ouderen wasten zich ’s avonds laat, als de kinderen al in bed waren. Het was dan strikt verboden in de wasplaats te komen of zelfs maar even binnen te gluren.













Julia Molenberghs met haar kleinkinderen.

Ze werd Julia van de Mulder genoemd naar de bijnaam van haar man. Soms ook wel de ‘Klot’ omdat ze een kolenhandel hadden.
Bij zomers weer werd de ‘basseng’ buiten gezet om er de kinderen in te wassen. Of de moeders trokken dan met hun kroost naar de Nete voor hun wekelijkse wasbeurt. Ook de grotere jongens en de mannen stapten dan met ‘propere’ kleren naar de ‘beek’, zoals de Nete toen werd genoemd,  om zich te wassen.
De mensen wasten zich elke morgen aan de ‘pompbak’ (gootsteen) of  aan een emmer die binnen aan de achterdeur op een stoel stond. Ze pletsten wat koud water over hun gezicht om de slaap uit hun ogen te krijgen. Aan die buitendeur hingen een handdoek aan een haak, een spiegeltje en een zeep- en kam-menbakje.

Vanaf de jaren ’50 plaatsten de meeste huisgezinnen een ‘storck’ die aangesloten was op een waterput en ook een ‘geiser’, die met  aardgas of het gas van een fles werd verwarmd. Zo hadden ze warm water uit de kraan, in de keuken en voor het bad.

Plastic werd een van de vele revolutionaire uitvindingen die in het huishouden vele praktische toepassingen kregen. Het was zo praktisch, licht en vrolijk dat het de stenen en ijzeren kommen verving.

Tot dan was het werk van de man en de vrouw al eeuwenlang hetzelfde gebleven: de man zorgde voor het brood op de plank en de vrouw stond in voor het huishouden en het grootbrengen van de kinderen.
* De man verdiende en de vrouw diende, was het klassieke rollenpatroon.

Sinds 1960 is het rollenpatroon echter flink door elkaar geschud. Ook de vrouw gaat dagelijks werken en de man, men spreekt zelfs van de ‘nieuwe’ man, kookt ook al, stofzuigt en brengt de kinderen al eens naar school. Beiden schipperen nu tussen werk en gezin.
* Het kost moeite om van dat eeuwenoude rollenpatroon los te komen.


2000 – Een terugblik van de twintigste eeuw
Welke de belangrijkste veranderingen in de twintigste eeuw zijn geweest, is moeilijk vast te stellen? We kunnen misschien spreken van de eeuw van de auto? Of de eeuw van radio en televisie? Of de eeuw van de computer en internet? Of van de spectaculaire stijging van de levensstandaard?
De twintigste eeuw was een eeuw van vernieuwingen en uitersten. In ieder geval leefden we in de boeiendste eeuw van de geschiedenis tot nu toe, een eeuw die ging
- van bezem naar stofzuiger,
- van oliepotje naar laserstraal,
- van Leuvense stoof naar microgolf,
- van ‘piepelingeborge’ naar videospelletjes,
- van lemen huis naar appartementsgebouw
- van ‘schuneerde’ naar ‘tapis plein’,
- van ‘huiske’ naar toilet,
- van ‘ca-four’ naar centrale verwarming,
- van karspoor naar Zuiderring,
- van ‘moule’ naar kneedmachine,
- van griffel naar computer, van brief naar e-mail,
- van leren lezen en schrijven naar internetten en e-mailen,
- van eierboekje naar P.C.,
- van tafel van vermenigvuldiging naar rekenmachientje,
- van kegelen naar golven,
- van slibberen naar skiën,
- van tien naar twee kinderen per gezin,
- van iedereen met toenaam naar iedereen zonder naam,
- van bittere armoede naar overdreven welstand,
- van oorlog naar vrede in het Westen,
- van spinnewiel naar Domo,
- van kruiwagen  naar heftruck,
- van ‘solleke’ naar euro,
- van korenveld naar volgebouwde wijk in het Mols Veld,
- van wasplank naar wassalon,
- van te voet naar met tgv,
- van buurt- naar televisieavonden,
- van luizenkam naar scanner,
- van volle naar lege kerken.
Zo leefde Ginderbroek nr. 18: De eeuw van Sooike Suls, 1902-2002


Geschiedenis.